De zin en onzin van schoolfruit

door EMIEL HAKKENES

‘Brussel’ mag bekendstaan om bureaucratie en besluiteloosheid, maar af en toe is de ambitie aanzienlijk. Zo moet een en dezelfde subsidieregeling boeren extra inkomsten verschaffen, gezond eten en drinken bevorderen én kinderen meer kennis verschaffen over de herkomst van voedsel. Bijbehorend budget: 250 miljoen euro.

Als het Europarlement later deze maand akkoord gaat, is die 250 miljoen euro vanaf volgend schooljaar beschikbaar voor het gratis uitdelen van melk en groente en fruit op scholen in Europa. Het is een nieuw bedrag voor een nieuwe regeling. De EU begon in 1977 met subsidies aan lidstaten voor melk op school. Daar kwamen in 2008 fruit en groenten bij. Die subsidies worden nu samengevoegd en verhoogd – in 2011 bedroegen ze nog 180 miljoen. Van de 28 lidstaten zijn 25 vóór het nieuwe voorstel voor gratis zuivel, fruit en groente. Groot-Britannië onthield zich van stemming. Twee landen waren tegen: Hongarije en… Nederland, waarover later meer.

In de EU-documenten staat het er met veel officiële omslachtigheid, maar duidelijk is dat van de regeling veel wordt verwacht. Als je melk en groente en fruit uitdeelt, zullen kinderen daar ‘blijvend meer’ van nuttigen. Dat zorgt weer voor ‘stabiliseren van de markten’ en ‘het zekerstellen van de vraag op de lange termijn’. Verder moet gratis groente, fruit en melk ‘de volksgezondheid in meer algemene zin ten goede komen, door duurzame gezonde eetgewoonten te bevorderen en zo de gevallen van overgewicht, obesitas en voedingsgerelateerde ziekten te verminderen’. Ten slotte verwacht de EU dat het ‘de kennis, houding en voorkeur van jonge burgers ten aanzien van wat zij eten en waar hun eten vandaan komt zal verbeteren en hen anders zal doen aankijken tegen de landbouwsector en de producten die deze voortbrengt’.

Maar lukt dat ook? Een kleine toets van de hoge verwachtingen.

Kinderen gaan blijvend meer groente en fruit en zuivel eten

In Nederland krijgt ongeveer een kwart van alle scholen schoolfruit of schoolmelk. Zeven jaar na de invoering van het Schoolfruitprogramma eet 70 procent van alle basisschoolkinderen minder dan de aanbevolen 200 gram fruit per dag. Dat hebben het CBS en het RIVM dit voorjaar becijferd. Van de 12- tot 16-jarigen voldoet slechts 14 procent aan de norm voor fruit van de Richtlijn Goede Voeding.

Ondertussen drinken Nederlanders steeds minder melk. Vorig jaar verkochten supermarkten 704 miljoen liter melk, in 2014 was dat 725 miljoen liter en in 2013 750 miljoen liter. Schoolmelk wordt aangeboden in porties van 0,25 liter maar gemiddeld dronken Nederlanders vorig jaar per persoon ongeveer 0,1 liter melk per dag. Basisschoolkinderen halen doorgaans de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zuivel, maar ‘blijvend’ lijkt die consumptie niet.

Een stabiele markt en een zekere vraag

Over de teruglopende melkconsumptie maken producenten zich niet zo’n zorgen. De meeste melk is namelijk bedoeld om kaas van te maken, en dat wordt onverminderd gegeten. Verder wordt heel veel melk geëxporteerd. Het argument dat subsidie voor schoolmelk een mooie manier is om van te veel geproduceerde melk af te komen, gold misschien in 1977 maar nu niet meer. In het debat, zeggen kenners van het dossier, gaat het nu vooral over duurzaamheid en voedselverspilling.

Hoeveel Nederlandse boeren en telers verdienen aan schoolfruit en -melk is onbekend.

Gezond eten bevorderen

De vijf leveranciers van schoolfruit in Nederland (waarvan supermarkt Lidl een van de grootste is) leverden in de eerste week na de kerstvakantie onomstreden producten: waspeen, peer, appel, sinaasappel, banaan en snacktomaten. Schoolmelk komt van Campina. Scholen kunnen kiezen voor halfvolle melk of drinkyoghurt zonder suiker.

Maar op hun declaratieformulier voor de subsidie kunnen melkleveranciers óók invullen hoeveel volle chocolademelk ze op scholen hebben afgeleverd. Campina levert weliswaar geen chocolademelk als schoolmelk (logistiek is meer dan twee producten te ingewikkeld), maar van Europa mág dat wel. Voor subsidie komt namelijk ook in aanmerking ‘ingedikte melk’, ‘met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao’. En er is ook Europees geld beschikbaar voor het verstrekken van ‘alcoholvrije suikerhoudende dranken zoals geconcentreerd vruchtensap’.

Bevorderen die gezonde eetgewoonten? Nee, zegt het Voedingscentrum desgevraagd. “Het Voedingscentrum vindt dat alleen de halfvolle en magere zuivelsoorten, zonder toegevoegd suiker, en verse soorten groente en fruit op scholen verstrekt zouden moeten worden. Dranken als volle chocolademelk of stukjes fruit in siroop zijn geen gezonde producten uit de Schijf van Vijf, want die leveren te veel verkeerd vet en/of suiker.”

Toch beveelt het Voedingscentrum het Schoolfruitprogramma van harte aan. Hoe zit dat? Woordvoerder Roy van der Ploeg: “Het Voedingscentrum heeft op verzoek van het ministerie van economische zaken in juni 2015 gekeken naar de lijst van producten die onder de EU-regeling vallen. We hebben toen aangegeven dat wat ons betreft alleen vers groente/fruit en alleen de halfvolle en magere zuivelsoorten, zonder toegevoegd suiker, onder de regeling zouden moeten vallen. Het ministerie was het daarmee eens, maar gaf aan dat de tijd te kort was om dit al in het schooljaar 2015-2016 te kunnen realiseren. De inperking van de lijst zal met ingang van komend schooljaar plaatsvinden.”

Maar hoe kan het dat die ogenschijnlijk ongezonde producten subsidie krijgen voor gezonde voeding? Dat is te danken aan Midden- en Oost-Europese landen, weet EU-voorlichter Xavier Pavard. Landen als Polen, Hongarije en Roemenië wilden deze producten op de lijst. Waarom precies weet eigenlijk niemand, leert een rondvraag in Brussel. Ongetwijfeld verwachten die landen nu meer van de subsidie te kunnen profiteren.

Ondertussen is lidstaat Nederland tegen het nieuwe EU-programma voor schoolmelk en -fruit. Niet zozeer omdat er ook minder gezonde producten vergoed worden. Al zei staatssecretaris Martijn van Dam (landbouw) vorige maand in Brussel: “Het is onverantwoordelijk dat je kinderen met belastinggeld gesubsidieerde drankjes geeft waar bijna net zoveel suiker in zit als in cola.” Maar het voornaamste bezwaar is dat Nederland vindt dat de eet- en drinkgewoonten van kinderen geen zaak van Europa is maar een nationale kwestie.

Duurzaam eten bevorderen

Nederlandse kinderen krijgen dus gezonde producten. Maar zijn die appels, peren en bananen ook duurzaam? Waar komen ze eigenlijk vandaan? “Waar mogelijk komen de groente- en fruitsoorten uit Nederland en anders uit Europa, bijvoorbeeld uit Italië of Spanje”, laat Lidl (dat levert aan 500 scholen) weten. De appels en peren die HealthyQ uit Ridderkerk vorige week leverde (ook 500 scholen) kwamen uit Nederland en werden volgens het bedrijf vervoerd in auto’s met een lage CO2-uitstoot. Bovendien belooft de fruitleverancier: “Er wordt alleen zaken gedaan met bedrijven die bewust omgaan met eerlijke prijzen en het milieu. HealthyQ streeft ernaar om alle producten bij lokale boeren en telers in te kopen.” Vitamine & Zo uit Moordrecht zegt over het geleverde schoolfruit: “Ons fruit legt zo weinig mogelijk afstand af van grond tot mond.”

Zorgen dat kinderen weten wat ze eten

Scholen zijn verplicht lessen te geven over gezond eten, anders krijgen ze geen gratis fruit en groente. Dus zijn er lespakketten met ‘interactieve voorleesverhalen’ of een ‘gigagrote groente- en fruitquiz’. Uit onderzoek van de universiteit Wageningen in opdracht van het ministerie van economische zaken bleek in 2013 dat kinderen die deze ‘smaaklessen’ hebben gevolgd meer over eten weten en er beter op letten dat zij gezond en gevarieerd eten. ‘Dit effect is niet alleen na afloop van de smaaklessen maar ook in het volgende schooljaar nog aantoonbaar’, concludeert het onderzoek.

Toch zijn de leveranciers dit niet verplicht. Het fruit mag overal ter wereld worden ingekocht, er is geen Brusselse bepaling voor ‘eigen appels eerst’.

Anders aankijken tegen de landbouw

Vrijwel alle deelnemende scholen zijn enthousiast over het gratis fruit van de EU, blijkt uit een evaluatie. Het fruit is goed en lekker, kinderen beoordelen het met een 8,3. Maar zorgt dit voor een beter imago van de landbouw? Niet merkbaar. Nederlanders waardeerden de land- en tuinbouw in 2015 met een 7,6. Die score is al jaren min of meer stabiel.

Conclusie

Nederlandse kinderen lijken vrij goed af met het Europese programma voor melk en fruit en groente. Maar er is nog een kanttekening te plaatsen: het programma duurt jaarlijks 21 weken. Willen scholen daarna fruit en groente blijven ontvangen, dan moeten ze dat zelf betalen. De meeste willen dat niet en stoppen met het uitdelen van appel, peertje en snacktomaat.

En als Nederland tegen de regeling is, waarom wordt die dan toch uitgevoerd? Saatssecretaris Martijn van Dam: “We zouden wel gek zijn als we daar voor onze boeren en fruittelers geen gebruik van zouden maken.”